Gymles

Bedrijf/opdrachtgever
Gymles/ Jeroen Verhoeven

Opdracht en mijn rol en verantwoordelijkheden daarbinnen:
Op 16 november 2009 heb ik met een medestudent een gymles gegeven aan kinderen van groep 7/8 van basisschool de Roncalli. Ik, als gymlerares, zou een leuke en sportieve gymles verzorgen.

Verloop opdracht:
De gymles en voorbereidingen verliepen goed. Ik wilde iets anders dan anders doen met de gymles , en koos ervoor om onder andere ‘ballonnentikkertje’ te spelen. Dit hield in dat er om één enkel van elk kind een ballon zat d.m.v. een touwtje en dat ze deze ballon bij elkaar kapot moesten maken. Degene die als laatste een ballon overhield was de winnaar. Dat pakte goed uit. Ik zag kinderen lachen, ze hadden veel plezier en dat vond ik mooi om te zien.

De volgende competenties heb ik ontwikkeld: Groepsgericht leidinggeven, creativiteit

Competentie Groepsgericht Leidinggeven

Situatie:
Aan het begin van de gymles was nog niet duidelijk hoe dit uur eruit zou gaan zien en welke invulling ik het had gegeven.

Taken:
Er werd van mij verwacht dat ik de kinderen duidelijke instructies zou geven en ze zou stimuleren om een goede prestatie te leveren. Ook moest ik erop toezien dat het allemaal in harmonie zou verlopen en dat ik, als er een grens werd overschreden, hier consequenties aan zou verbinden.

Acties:
Ik gaf aan hoe de gymles eruit zou gaan zien en wat de regels van het spel waren. Ik hielp de kinderen met de ballon om hun enkel te doen en stimuleerde de kinderen om hun best te doen. Dat deed ik door dingen te roepen als ‘Kom op’, of ‘Daar staat iemand vrij’. Wanneer kinderen vervelend gedrag vertoonde sprak ik ze daarop aan en zouden ze bij de volgende keer niet mee mogen doen.

Resultaat:
De kinderen vonden dit nieuwe spel heel erg leuk en pikte het snel op. Elk kind deed mee en ze hadden echt plezier in wat ze deden. Na afloop werd ik zelfs bedankt door sommige kinderen.

Terugkoppeling:
In het vervolg zou ik weer een leuk nieuw en actief spel bedenken. Ik merkte dat de kinderen dit heel leuk vonden. En als ze het leuk vinden doen ze ook actiever mee.




Competentie Creativiteit

Situatie:
Tijdens het spel ‘ballontikkertje’ bleek dat er, wanneer er een aantal leerlingen af waren, het te moeilijk werd voor de kinderen om op elkaars ballon te gaan staan. Het ontwijken van elkaar werd te makkelijk.

Taken:
Er werd van mij verwacht dat ik een passende oplossing zou vinden wanneer er een probleem bleek te zijn.

Acties:
Ik voegde een nieuwe regel toe; het veld waar je in moest rennen werd kleiner, als je daarbuiten kwam was je af. Ik vroeg iedereen stil te zijn en maakte hierbij gebruik van mijn fluitje. Nadat er voldoende stilte was, gaf ik deze nieuwe regel aan en wees ik het ‘nieuwe speelveld’ aan.

Resultaat:
Doordat het veld kleiner werd, was het moeilijker elkaar te ontwijken. Daardoor kon je makkelijker op elkaars ballon gaan staan en kwam er toch nog een winnaar uit binnen de geschatte tijd.

Terugkoppeling:
In het vervolg zou ik hier van te voren beter over na moeten denken. Ik zou dan dezelfde regel toepassen, alleen kan ik deze dan van te voren aangeven en weten de leerlingen wat ze kunnen verwachten tijdens het spel.